Depressie is een van de meest voorkomende gezondheidsproblemen met een grote impact op de levenskwaliteit. In België is de aandoening verantwoordelijk voor meer verloren gezonde levensjaren dan coronair hartlijden of longkanker. De World Health Organisation (WHO) schat in dat jaarlijks ongeveer 4% van de wereldbevolking er mee geconfronteerd wordt. Volgens de meest recente gezondheidsenquête van Sciensano leed in 2018 bijna 1 op 10 van Belgen (15 jaar en ouder) aan een depressieve stoornis, waarvan de helft (4,8%) ernstig.

Antidepressiva beïnvloeden, zoals andere psychofarmaca, neurotransmitters zoals serotonine, noradrenaline en dopamine, die een invloed hebben op allerlei cognitieve processen en functies in onze hersenen, zoals geheugen, motoriek en ook emoties. Ze worden onder meer gebruikt voor de behandeling van depressie, post-traumatische stress, angststoornissen, enz., maar omwille van hun algemene invloed op het cognitief functioneren komen er vaak ook ongewenste bijwerken voor, zoals sufheid, duizeligheid, slaapproblemen, maar ook maagdarmstoornissen en gewichtstoename of –afname. Ze worden vaak ook ingezet bij niet-depressieve aandoeningen, zoals behandeling van chronische pijn, eetstoornissen, slaapproblemen of stoppen met roken.

Hieronder verzamelen we een aantal kerncijfers omtrent het gebruik van antidepressiva uit de IMA Atlas. In de Atlas zelf vindt u meer gedetailleerde informatie terug, die verder kan uitgesplitst worden naar leeftijd, geslacht, statuut en woonplaats van de patiënten, naargelang de patiënt gebruik heeft gemaakt van thuiszorg of verbleef in een woonzorgcentrum, en de duurtijd van de behandeling.

Methodologie

Gebruikers van antidepressiva worden in de IMA Atlas gedefinieerd als iedereen met ten minste één terugbetaalde standaard dagdosis (DDD) van een medicijn met een ATC-code N06A in het referentiejaar, afgeleverd door de publieke apotheken. Een DDD is de internationale meeteenheid van de WHO. Het gaat om afgehaalde medicijnen en niet om effectief ingenomen medicijnen. Bovendien varieert de voorgeschreven dosis sterk van individu tot individu.

De gegevens over het gebruik van antidepressiva in de IMA Atlas betreffen enkel de rechthebbenden vanaf 18 jaar. Minderjarige rechthebbenden zijn niet opgenomen in deze gegevens.

De duur van het gebruik antidepressiva wordt bepaald aan de hand van het aantal standaard dagdosissen. Omdat er voor het bepalen van de behandelingsduur ook gegevens uit het daaropvolgende jaar noodzakelijk zijn, is deze indicator pas een jaar later beschikbaar dan de overige indicatoren. Omdat de voorgeschreven dosis varieert naargelang de patiënt, gaat het hier om een benadering.

Algemene cijfers

Iets meer dan 13% van de volwassenen in België gebruikte in 2021 minstens één keer een antidepressivum. Sinds 2015 is dit percentage zeer licht gedaald, al was er in 2021 weer een lichte stijging.

In het Waalse Gewest ligt het aantal patiënten die antidepressiva nemen hoger dan in Brussel of Vlaanderen. In Wallonië en Brussel daalt dit percentage, terwijl het stijgt in Vlaanderen.

Het afgeleverde volume van antidepressiva is op 10 jaar tijd licht gestegen, van bijna 74,8 DDD per 1.000 rechthebbenden in 2011 naar 79,6 DDD in 2021. De aanbevolen dosis voor therapie kan variëren in de tijd en kan deze variatie mee verklaren.

Hoewel de globale Belgische cijfers stabiel zijn, spreken verschillende internationale studies wereldwijd over een stijging van de consumptie van antidepressiva. Volgens cijfers van de OESO is het gebruik in België relatief hoog, maar de jongste 20 jaar is dit minder sterk gestegen dan in andere lidstaten.

Leeftijdsverschillen

Het gebruik van antidepressiva stijgt met de leeftijd. Bij de personen vanaf 26 jaar is het gebruik in vergelijking met 2011 licht gedaald, bij 18 tot 25-jarigen is dit licht gestegen.

De mediane leeftijd wanneer de eerste symptomen van depressie zich beginnen te manifesteren is op 26 jaar. De eerste diagnose wordt doorgaans gesteld op 31 jaar.

Het hoge gebruikspercentage bij 65-plussers is opvallend. Klinische depressie is geen onderdeel van het verouderingsproces en hangt dan vaak samen met andere gezondheidsproblemen.

Van de 65-plussers die in 2021 in een woonzorgcentrum verbleven, gebruikte 48,5% minstens één keer een antidepressivum. Dit percentage is licht gestegen tegenover 2011. De consumptie door 65-plussers die gebruik maken van thuiszorg is licht gedaald en bij diegenen die geen langdurige verpleegkundige zorg krijgen, zijn de cijfers nagenoeg hetzelfde.

Geslachtsverschillen

Bij vrouwen is het gebruik van antidepressiva bijna dubbel zo hoog als bij mannen, in alle leeftijdscategorieën.

Dat depressie vaker voorkomt bij vrouwen dan bij mannen is een wereldwijd fenomeen.

Gebruiksduur

Bijna driekwart van de patiënten met een aflevering van antidepressiva maakt er langdurig gebruik van (meer dan een jaar). Bij een behandeling wordt aanbevolen om het antidepressivum gedurende zes maanden na stabilisatie van de symptomen te blijven innemen. Het percentage patiënten met een langdurige behandeling is op 10 jaar tijd gestegen, terwijl het aandeel patiënten met een zeer korte behandelingsduur licht is afgenomen.

Jongere patiënten (18-25 jaar) gebruiken antidepressiva minder lang dan andere groepen.