Hieronder verzamelen we een aantal kerncijfers omtrent de huisartsencontacten uit de IMA Atlas. In de Atlas zelf vindt u meer gedetailleerde informatie terug, die verder kan uitgesplitst worden naar leeftijd, geslacht, statuut en woonplaats van de patiënten.

Methodologie en terminologie

Patiënten worden in de IMA Atlas toegewezen aan een bepaalde huisartsenpraktijk volgens een algoritme dat rekening houdt met het beheer van het globaal medisch dossier van de patiënt en het aantal contacten tijdens de reguliere contacturen (dus niet tijdens de nacht, het weekend of op feestdagen).

Een huisartsenpraktijk kan een solopraktijk, een groepspraktijk of een medisch huis zijn.

Lees meer

Een medisch huis, ook wel een wijkgezondheidscentrum genoemd, is een multidisciplinaire groepspraktijk (met huisartsen, kinesisten, verpleegkundigen etc.) die forfaitair vergoed wordt. Patiënten die zich inschrijven bij een medisch huis kunnen hier terecht voor eerstelijnszorg en betalen hiervoor zelf niets. Als een patiënt een zorgverlener buiten het centrum raadpleegt, terwijl diens discipline wel in het medisch huis beschikbaar is, wordt deze raadpleging niet terugbetaald door het ziekenfonds. Het medisch huis krijgt van het ziekenfonds een forfaitair bedrag per ingeschreven patiënt, ongeacht het aantal raadplegingen.

De benaming ‘medisch huis’ wordt soms ook gebruikt door praktijken die niet werken op basis van deze forfaits, maar factureren per prestatie. In onze gegevens beschouwen wij deze medische huizen als groepspraktijken.

Huisartsenpraktijken met jaarlijks minder dan 1.250 contacten tijdens de reguliere contacturen worden niet beschouwd als een actieve praktijk en worden om die reden niet opgenomen in de statistieken huisartsenpraktijken.

Contact met de huisarts

85% van de Belgen had in 2022 minstens één contact met een huisarts. Dit is exclusief de patiënten (4,9% van de bevolking) die zijn ingeschreven bij een medisch huis.

Deze cijfers verschillen naargelang de leeftijd, maar ook naargelang het geslacht en gewest. Kinderen en jongeren gaan minder naar de huisarts dan ouderen, al is dat verschil wel kleiner geworden. Volwassen vrouwen zien de huisarts meer dan volwassen mannen.

Uitgesplitst per gewest, blijkt in Brussel het aantal personen met minstens één contact lager te liggen dan in de twee andere gewesten. De helft van de kinderen jonger dan 4 jaar zag een huisarts in 2021, in tegenstelling tot bijna 8 op 10 kinderen in Vlaanderen en Wallonië.

Gemiddeld aantal huisartscontacten per patiënt

Patiënten die in 2022 minstens één contact (raadpleging of bezoek) met een huisarts hadden, hadden er dat jaar gemiddeld 6. In 2017 waren het er gemiddeld 5,3. Ook hier worden de contacten in medische huizen niet meegeteld.

In Vlaanderen heeft een patiënt gemiddeld 6,2 contacten met zijn huisarts. In Wallonië ligt dit iets lager, met name 5,9. En in Brussel is het aantal contacten gemiddeld 5,2 per patiënt.

Opnieuw zijn er verschillen volgens leeftijd en geslacht. Vrouwen vanaf de leeftijdsgroep van 15 jaar en ouder hebben gemiddeld iets vaker contact met de huisarts dan mannen.

Een andere belangrijke factor is het statuut van de verhoogde tegemoetkoming. Personen in gezinnen met een laag inkomen of personen met een handicap hebben recht op een verhoogde terugbetaling om hun toegang tot de gezondheidszorg te verbeteren. Patiënten met dit recht hebben, in alle leeftijdsgroepen, gemiddeld een hoger aantal contacten met de huisarts.

Patiëntentrouw

Ca. 80% van de patiënten is ‘trouw’ aan een huisartsenpraktijk. Hiermee bedoelen we dat ze geen contact hadden bij een andere huisartsenpraktijk dan diegene waar ze doorgaans naartoe gaan (m.u.v. contacten tijdens een wachtdienst). De patiëntentrouw ligt in Vlaanderen rond de 80% en rond de 75% in Brussel en Wallonië. Deze percentages zijn de voorbije jaren stabiel gebleven.

Aandeel van de wijkgezondheidscentra

Het aandeel van de wijkgezondheidscentra is de voorbije jaren geleidelijk gestegen. In 2012 was 2,7% van de Belgen ingeschreven in een medisch huis. In 2022 bedroeg dit percentage 4,9%. De verschillen tussen de gewesten zijn groot : in 2022 was 16,2% van de patiënten in Brussel ingeschreven in een medisch huis, vergeleken met 5,5% in Wallonië en 2,7% in Vlaanderen.

Impact coronapandemie op huisartsencontacten

Tijdens de coronapandemie in 2020 heeft de niet-dringende zorg tijdens de twee lockdownperiodes een zekere tijd stilgelegen. Om de continuïteit van de zorg te garanderen en de artsen te helpen bij de triage van potentiële coronapatiënten, werden de terugbetaalde consultaties op afstand of teleconsultaties geïntroduceerd, die ook zijn opgenomen bij de huisartsencontacten in de IMA-data.

Om die reden is het percentage Belgen met een terugbetaald contact met de huisarts in 2020 hetzelfde gebleven als in 2019 (82%). Het gemiddeld aantal contacten per patiënt is gestegen van 5,5 naar 5,8.

Uit een studie van het IMA bleek dat de teleconsultaties het lagere aantal fysieke contacten met de huisarts ruimschoots gecompenseerd hebben. In 2020 waren er ruim 9 miljoen teleconsultaties, op een totaal van 52 miljoen huisartsencontacten, ca. één op vijf.