Over de gehele periode is er geen volledige inhaalbeweging vastgesteld. Opvallend is dat de impact bij lagere inkomens duidelijk groter is dan bij hogere inkomens. Het aantal patiënten en de prestaties zijn in het coronajaar 2020 verhoudingsgewijs meer gedaald bij de laagste inkomens dan bij de hogere inkomens. Dit verschil kan deels worden verklaard door het feit dat lagere inkomens verhoudingsgewijs deze ingrepen vaker laten uitvoeren in een ziekenhuis.
Om de impact van het uitstellen van niet-essentiële zorg te verzachten, werden er maatregelen genomen om een deel van deze zorg te verschuiven naar het extramuraal zorgcircuit, bv. de aflevering van medicatie voor intravitreale injecties door publieke apotheken. In de praktijk blijken deze maatregelen evenwel meer de hogere inkomens te bereiken.
Mogelijk speelt financiële drempelvrees een belangrijke rol bij lagere inkomens. Dit kan te maken hebben met een lagere conventioneringsgraad en hogere supplementen bij extramurale zorg. Het is essentieel om deze ongelijkheden aan te pakken en ervoor te zorgen dat alle inkomensgroepen gelijke toegang hebben tot passende extramurale oftalmologische zorg.