Om de interpretatie te vereenvoudigen, moest de studiepopulatie voldoende homogeen zijn. Daarom bestond ze uit 24.972 kankerpatiënten, die overleden zijn na diagnose van een kankertype met een eerder beperkte overlevingskans op 5 jaar. Uit de studie bleek dat meer dan de helft van de geselecteerde kankerpatiënten nog werd opgenomen in een acuut ziekenhuis tijdens hun laatste levensmaand. Vooral mannen en relatief jongere patiënten hebben een grotere opnamekans. Bij patiënten die thuis verblijven met een palliatief forfait is die kans aanzienlijk kleiner.
Ook wanneer een multidisciplinaire begeleidingsequipe betrokken is bij de verzorging (bij 50% van de patiënten met een palliatief forfait) en als patiënten intensief begeleid worden door hun huisarts, is de kans op een ziekenhuisopname kleiner. De kans op een ziekenhuisopname hangt echter niet uitsluitend af van patiëntkenmerken. Ook per arrondissement stelden het IMA en de Stichting Kankerregister namelijk verschillen vast.
De oorzaak voor deze regionale variaties schuilt waarschijnlijk in de verschillen in het zorgaanbod per arrondissement. Daarom beveelt het IMA aan om palliatieve zorg in het thuismilieu en de woonzorgcentra verder te versterken. In het thuismilieu is er daarbij vooral nood aan een nauwe (en eventueel ook uitgebreidere) samenwerking tussen de eerste lijn en de multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging.
Contact
InterMutualistisch Agentschap (IMA): Birgit Gielen - birgit.gielen@intermut.be
Stichting Kankerregister: Cindy De Gendt - Cindy.DeGendt@kankerregister.org